Bij veel werkloze ouders heerst de gedachte dat ze drie maanden na hun werkloosheid geen recht meer hebben op kinderopvang. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Als ouders na drie maanden nog niet het aantal opvanguren hebben afgenomen waar zij recht op hadden, dan mogen ouders die ook na die drie maanden opmaken. Dit staat vermeld op de website van de Belastingdienst.
Ouders die worden ontslagen of om een andere reden stoppen met werken, hebben nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Sinds de koppeling van de kinderopvangtoeslag aan het aantal gewerkte uren, staat het aantal opvanguren per ouderpaar vast: het aantal uren van de ouder die het minste werkt, is hierin doorslaggevend. Behalve kinderopvangtoeslag over die uren heeft een ouder ook recht om die uren op te maken in de kinderopvang.
Dagopvang/ gastouderopvang
Op de website van de Belastingdienst staan voorbeelden:
Een ouder wordt op 1 april werkloos en hij/zij is dat nog op 1 juli. Hij/zij werkte gemiddeld 25 uur per week. Als het kind naar de dagopvang gaat, heeft de ouder recht op 26 weken X 25 (aantal gewerkte uren) x 140% = 910 uur. Dat is het maximaal aantal uren kinderopvangtoeslag waar de ouder recht op heeft. De 26 weken zijn gebaseerd op de periode 1 april tot en met 1 juli.
Bso
Voor de bso wordt de rekensom anders, omdat het aantal gewerkte uren niet wordt vertaald in 140 procent kinderopvangtoeslag maar in 70 procent. Bijvoorbeeld:
Een ouder wordt op 1 juli werkloos en hij/zij is dat nog op 1 oktober. Hij/zij werkte gemiddeld 30 uur per week. Als het kind naar de buitenschoolse opvang gaat, hebt de ouder recht op 39 weken X 30 (aantal gewerkte uren) x 70% = 819 uur.
Ouders informeren
In beide situaties geldt dat als deze uren wel zijn opgemaakt, de ouder de kinderopvangtoeslag na drie maanden stop moet zetten. Niet veel ouders zijn op de hoogte van deze regels waardoor zij onterecht na drie maanden stoppen met kinderopvang. Het is raadzaam om ouders die in deze situatie zitten, hiervan op de hoogte te stellen zodat ze het aantal gebruikte uren kunnen berekenen en krijgen waar ze recht op hebben.
Lees meer op belastingdienst.nl >>
Bron: Belastingdienst
ANP Photo, Roos Koole
Als je de link volgt die onder het artikel staat kan je de antwoorden vinden op de site van de Belastingdienst.
Uren die ‘over’ zijn moeten voor het eind van het jaar opgemaakt worden.
Begrijp ik het goed dat het aantal uren dus per jaar naar rato van het arbeidscontract + 3 maanden, opgemaakt mag worden ? Dus dan klopt de zin: ‘De 26 weken zijn gebaseerd op de periode 1 april tot en met 1 juli.’ niet. Dat moet zijn 1 januari tot 1 juli neem ik aan?
En hoe werkt het dan als je over het jaar heen gaat? Bijv.: beëindiging arbeidscontract per 1 september-> + 3 maanden = 1 december-> ouders hebben dan bijv. volgens berekening nog 100 uren over en nemen elke week 1 dag af van 10uren. Mogen ze dan in het volgende jaar het restant ook nog gebruiken?